Wat gebeurt er met mijn lijfrentekapitaal als ik voortijdig kom te overlijden?
Of het restant van uw lijfrentekapitaal wordt uitgekeerd is afhankelijk van het type uitkering dat u heeft aangekocht. Het is daarom belangrijk dat u zich goed laat informeren wat de voor- en nadelen van de verschillende uitkeringsvormen zijn. Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een kosteloos en vrijblijvend advies.
Belangrijke verschillen tussen de lijfrenteverzekering en de bancaire lijfrente:
Lijfrenteverzekering
In het verleden zag men vaak dat bij verzekeraars verzekeringen konden worden gekocht voor lijfrentekapitaal. In de opbouwfase van uw lijfrentekapitaal was u dan verzekerd tegen overlijden en in de uitkeringsfase – die bij een verzekeraar in principe altijd levenslang is – ging het dan om een gegarandeerde uitkering van uw lijfrente. In de praktijk waren deze verzekeringen vaak ondoorzichtig en onnodig duur; dit leidde tot de woekerpolis-affaire en later tot aanpassingen in de wettelijke mogelijkheden voor fiscaal gunstig sparen of beleggen voor later.
De meeste aanbieders die uw lijfrentekapitaal willen beheren, plaatsen uw geld op rente. Maar met de huidige lage rentestand gaat uw kapitaal niet veel aangroeien. Sterker nog; door de inflatie verliest u eigenlijk jaar na jaar geld doordat uw koopkracht minder wordt. Het grootste nadeel van een lijfrenteverzekering is dat uw opgebouwde kapitaal aan de verzekeraar vervalt als u voortijdig (tijdens de uitkeringsfase) komt te overlijden. Hoewel u zich hiervoor kunt herverzekeren met een contraverzekering is het bij banksparen allemaal een stuk eenvoudiger geregeld. Bij banksparen gaat het niet uitgekeerde kapitaal namelijk altijd naar de erfgenamen.
Bancaire lijfrente
Inmiddels hebben veel Nederlanders hun lijfrentes overgezet naar een bancaire lijfrente. Een bancaire lijfrente kan zowel bij banken als bij vermogensbeheerders worden afgesloten. Daarbij zijn twee keuzes: het lijfrentekapitaal kan – zowel in de opbouwfase als in de uitkerende fase – op rente worden gezet of worden belegd. Kiest u voor een bankspaarproduct dan heeft u weer te maken met de lage rente. Kiest u voor een beleggingsproduct dan kunt u – afhankelijk van de looptijd - een beter rendement behalen.
Hoe verder u nog van uw AOW leeftijd bent verwijderd, hoe interessanter beleggen voor u kan zijn.
N.B.: Lijfrentekapitaal bij een bank of verzekeraar mag tussentijds boetevrij worden overgeheveld naar een beleggingslijfrente. Als u uw lijfrentekapitaal laat beleggen, dan vergroot u de kans op een hogere opbrengst aanzienlijk. Immers, historisch gezien is het rendement van beleggen hoger dan bij sparen. Beleggen kent echter risico’s. U kunt (een deel van) uw inleg verliezen.