Wet toekomst pensioen
vanaf 2023 verruiming aftrek
Aanvraag pensioenbrochure Voor wie interessant?
Iedereen die werkt krijgt de komende jaren te maken met de nieuwe pensioenwet. Werknemers bouwen voortaan een eigen, individueel pensioenpotje op. Ze ontvangen later geen gegarandeerde pensioenuitkering, maar een uitkering die afhankelijk is van beleggingsresultaten. Zelfstandigen en werknemers met een pensioentekort kunnen dankzij de nieuwe Wet toekomst pensioen (Wtp) meer pensioen opbouwen met belastingvoordeel. Na instemming van de Eerste Kamer zal de Wtp naar verwachting per 1 juli 2023 van kracht zijn. Op deze pagina leest u hoe dat werkt.
Lijfrente is pensioen
Als u wilt profiteren van fiscaal voordeel bij het opbouwen van pensioen, dan moet u geld inleggen voor een lijfrente. Kent u dit woord alleen uit Monopoly? Geen probleem. Lijfrente betekent eigenlijk hetzelfde als pensioen. Het is een terugkerende uitkering voor als u in leven bent, maar dan niet van een pensioenfonds maar van een aanbieder die u zelf kiest.
U legt geld in voor uw lijfrente op een speciale spaar- of beleggingsrekening. Het geld moet op die rekening blijven staan totdat u met pensioen gaat. U mag het niet voor iets anders gebruiken, anders vervalt het fiscale voordeel.
Als u met pensioen gaat, komt het opgebouwde bedrag vrij, inclusief rente en/of beleggingsrendement. Met dit bedrag moet u een lijfrente kopen. Ook dit is verplicht om het fiscale voordeel te kunnen behouden. Tenslotte moet u zich houden aan een paar fiscale spelregels. Zo moet de uitkering minimaal 20 jaar doorlopen en moet de uitkering maximaal 5 jaar na uw AOW-leeftijd ingaan.
Pensioentekort is voorwaarde voor belastingaftrek
U mag de inleg voor een lijfrente alleen aftrekken als u volgens de regels van de fiscus een pensioentekort heeft. Deze rekenregels worden met de invoering van de nieuwe pensioenwet verruimd.
Op de website van de Belastingdienst kunt u berekenen hoeveel pensioen u per jaar te weinig opbouwt en hoeveel u mag aftrekken om dit aan te vullen. Dit heet uw jaarruimte. Als u in het verleden ook te weinig pensioen heeft opgebouwd, dan kunt u ook inhaal- of reserveringsruimte hebben. Ook dit kunt u uitrekenen op de website van de Belastingdienst.
Dit zijn de rekenregels tot en vanaf 1 juli 2023.
Tot 1 juli 2023 onder voorbehoud
Neem uw inkomen (maximaal €128.810). Trek daar €13.646 voor de AOW vanaf. Neem van de uitkomst 13,3%. Het resultaat is uw jaarruimte als u in dat jaar geen pensioen heeft opgebouwd bij een werkgever. Heeft u wel pensioen opgebouwd, dan moet u 6,27 keer de pensioenaangroei aftrekken, ook wel de factor A genoemd. De maximale jaarruimte is €15.317.
De inhaal- of reserveringsruimte is maximaal €8.065 als u de komende 10 jaar nog geen AOW gaat ontvangen. Duurt het nog 10 jaar of minder voordat u AOW gaat ontvangen, dan is de inhaalruimte maximaal €15.922. U mag maximaal 7 jaar inhalen.
Het jaar waarin u de AOW leeftijd bereikt is het laatste jaar waarin u inleg voor uw lijfrente mag aftrekken.
Vanaf 1 juli 2023 onder voorbehoud
Neem uw inkomen (maximaal €128.810). Trek daar € 16.322 voor de AOW vanaf. Neem van dit resultaat 30%. Het resultaat is uw jaarruimte, als u in dat jaar geen pensioen heeft opgebouwd bij een werkgever. Heeft u wel pensioen opgebouwd, dan moet u waarschijnlijk een bedrag aftrekken ter hoogte van de premies die u al heeft ingelegd dat jaar. De maximale jaarruimte is €33.746.
De inhaal- of reserveringsruimte is maximaal €38.000. U mag maximaal 10 jaar inhalen.
U mag tot 5 jaar na uw AOW-leeftijd inleg voor uw lijfrente aftrekken.
Rekenvoorbeeld inhaalruimte
Maximale fiscale ruimte | 2022 | 2023 |
---|---|---|
Jaarruimte | € 13.570 | € 33.746 |
Inhaalruimte | € 14.978 | € 38.000 |
Totaal | € 28.368 | € 71.746 |
Pensioenopbouw voor de zelfstandig ondernemer
Met de komst van de nieuwe pensioenwet kunnen zelfstandig ondernemers en DGA’s een prima pensioen opbouwen. Met de hogere aftrekbare bedragen en de ruimere inhaalperiode staan er nauwelijks nog beperkingen in de weg om op een flexibele manier pensioen op te bouwen met fiscaal voordeel.
Factor A
De factor A staat op het pensioenoverzicht (UPO). De factor A geeft aan hoeveel ouderdomspensioen er in dat jaar is opgebouwd bij de werkgever. Dat is belangrijk als er aanvullend pensioen wordt opgebouwd.
Met de factor A kun je uitrekenen of je een deel van je ingelegde premie of eenmalige stortingen kunt aftrekken van je belastbare inkomen in een jaar. Je moet dan wel kunnen aantonen dat je een tekort aan pensioenopbouw hebt (jaarruimte).
Werknemers die pensioen bij hun werkgever opbouwen, dienen de factor A (vermenigvuldigd met 6,27) in mindering te brengen op de berekende lijfrenteruimte.
Vanaf 2023 wordt deze “6,27 x factor A“ waarschijnlijk ingeruild voor een bedrag dat gelijk is aan de premie die de werkgever heeft betaald in het voorgaande belastingjaar.