Uit recente cijfers blijkt dat van alle 1,1 miljoen zelfstandig ondernemers zonder personeel, zzp’ers, 41% helemaal niets geregeld heeft voor het geval zij arbeidsongeschikt zouden worden. Vaak is er ook geen spaargeld of beleggingen of vermogen binnen eigen bedrijf of huis achter de hand voor eventuele arbeidsongeschiktheid. Het is natuurlijk niet zo dat zzp’ers die bescherming niet wensen. Maar een flink deel van de zzp’ers heeft niet heel hoge en tevens onregelmatige inkomsten. Dan wordt er doorgaans bij de opbouw van ‘een potje voor later’ eerder gemikt op pensioen. Begrijpelijk, want aanvullend pensioen, naast de AOW, heeft vrijwel iedereen nodig, terwijl natuurlijk lang niet iedereen langdurig arbeidsongeschikt wordt. Dan is de keuze snel gemaakt.
Maar sinds 2016 kan het pensioenpotje worden gecombineerd met een zelf gecreëerde arbeidsongeschiktheidsoplossing!
Fiscaal aantrekkelijk
Want er is een fiscaal aantrekkelijke mogelijkheid om wel degelijk iets te regelen voor het geval u als zzp’er arbeidsongeschikt zou worden. Hoe werkt dat?
Het begint bij de opbouw van een aanvullende pensioenspaarpot voor later. Fiscaal vriendelijk. De loonheffing komt dan weer als het ware ‘terug’ via de belastingen. Waardoor het financieel extra aantrekkelijk wordt om een pot geld voor later op te bouwen. Bovendien kan sinds een wetswijziging in 2016 dat spaarpotje ook bij arbeidsongeschiktheid worden aangewend. Twee vliegen in een klap dus!
Welke stappen dienen te worden gezet om een dergelijke spaarpot te creëren?
De opbouwfase van de spaarpot
Eerst start de opbouwfase van de spaarpot. Via een lijfrente. Daarmee wordt een aanvullend pensioen gecreëerd. In Nederland heeft namelijk iedereen die hier woont of werkt recht op AOW, het basispensioen. Maar voor aanvullend pensioen dient iedereen zelf zorg te dragen. Als iemand niet veel verdient of vermogen heeft, is het natuurlijk heel aantrekkelijk als de opbouw van zo’n aanvullend pensioen, zoals hierboven al gezegd, fiscaal gunstig kan. En dat kan met lijfrente.
Bij lijfrente wordt onderscheid gemaakt tussen de opbouwfase en de uitkerende fase. De uitkerende fase treedt in als de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Dan wordt met de pot met geld - die fiscaal gunstig is opgebouwd - een uitkerende lijfrente aangekocht. Voor die uitkerende fase heeft Doelbeleggen.nl iets nieuws ontwikkeld, met hogere uitkeringen dan elders in de eerste jaren, als gepensioneerden nog vitaal zijn. Meer over de unieke uitkerende lijfrente.
De uitkerende fase laten we hier nu verder buiten beschouwing. Eerst zal die pot met geld opgebouwd moeten worden.
Brochure aanvragenWaar wordt het kapitaal opgebouwd?
Zzp’ers kunnen in de opbouwfase kiezen voor een lijfrente bij een verzekeraar, bank- of beleggingsinstelling. Lijfrentekapitaal bij verzekeraars opbouwen komt steeds minder voor. Vrijwel iedereen die nu een lijfrentevermogen opbouwt, kiest voor een bank of beleggingsinstelling.
Als er een overeenkomst is met zo’n partij kan de zzp’er maandelijks, per kwartaal, jaarlijks of eenmalig een bedrag inleggen op een geblokkeerde rekening.
De inleg kan ‘op sparen’ worden gezet - wat vanwege de lage rente steeds minder voorkomt - of worden belegd bij een professionele vermogensbeheerder. De premie die voor deze lijfrente wordt ingelegd, is fiscaal aftrekbaar van het box 1-inkomen.
Voor deze aftrek gelden dan 2 voorwaarden:
- U moet zelf de premie-inleg betalen.
- U moet jaarruimte en/of reserveringsruimte beschikbaar hebben.
Wat zijn jaarruimte en reserveringsruimte?
De jaarruimte is het bedrag dat iemand die een pensioentekort heeft in een jaar aan premies en stortingen voor lijfrente mag aftrekken van de inkomstenbelasting.
Kan iemand de jaarruimte niet helemaal gebruiken, omdat er in het betreffende jaar minder is gestort dan mogelijk is? Dan mag dat restant van de jaarruimte in de jaren later alsnog fiscaal gunstig worden ingelegd op de geblokkeerde rekening, dat heet de reserveringsruimte.
Maximaal kan in 2024 € 36.077 aan lijfrentepremie-inleg worden afgetrokken en € 41.608 binnen de - eventuele - jaarlijkse reserveringsruimte. Dat zal voor veel zzp-ers die eigenlijk nog niet of nauwelijks bezig waren een aanvullende pensioenpot op te bouwen ruim voldoende zijn.
Keuzevrijheid
Ook met lagere bedragen kan fiscaal gunstig een interessante aanvullende pensioenpot worden opgebouwd. Want er is - tot de maxima die hierboven genoemd worden - keuzevrijheid als het gaat om welk bedrag ingelegd dient te worden in de opbouwfase. Verder mag het bedrag in een keer, of periodiek worden gestort. Ook kan als iemand even geen geld heeft zonder probleem de periodieke opbouw een periode - bijvoorbeeld een maand, kwartaal of jaar - worden uitgesteld of overgeslagen.
Ook aan te wenden bij arbeidsongeschiktheid
Daarnaast, zoals hierboven al genoemd, slaat de zzp’er die met lijfrente-inleg een mooie aanvullende pensioenpot opbouwt, twee vliegen in een klap. Want het opgebouwde kapitaal, dat geblokkeerd wordt tot de pensioendatum, kan als uitzondering in geval van arbeidsongeschiktheid toch worden uitgekeerd. Dit kan sinds 2016.
Toen veranderden twee dingen:
Tot 2016 moesten ZZP-ers die in de bijstand kwamen eerst hun gespaarde aanvullende pensioengeld aanspreken voordat ze recht op bijstand kregen. Dit is aangepast en het aanvullende pensioenvermogen staat nu veilig voor de bijstandstoets.
De tweede verandering is dat die aanvullende pensioenpot ook mag worden gebruikt in geval van arbeidsongeschiktheid!
Sinds 2016 is er namelijk de mogelijkheid om het opgebouwde lijfrente-kapitaal op te nemen in geval van langdurige - ten minste 12 maanden - arbeidsongeschiktheid. Zonder dat daar zogeheten revisierente over hoeft te worden betaald! De maximale hoogte van wat mag worden uitgekeerd, hangt dan af van wat iemand de voorgaande twee jaar verdiend heeft. De uitkering mag nooit hoger zijn dan € 40.000 per jaar. Zo creëert u dus ook uw eigen ‘arbeidsongeschiktheidsverzekering’.
Beoordelingsrapport 2024
Vergelijkingssite Finner beoordeelt partijen op het gebied van organisatie, kosten, beleggingsbeleid en risicobeleid. Vermogensbeheerders worden getoetst op 80 punten. Zo controleert men bijvoorbeeld of alle vergunningen aanwezig zijn, kijkt men naar de hoogte en voorwaarden van de kosten en toetst men onze onafhankelijkheid.
Beoordeling Finner 2024